bijl. nr. 310
Vanuit het Stedelijk Gymnasium en de Gemeentelijke Technische
School werd de wens kenbaar gemaakt de mogelijkheid te bezien
te komen tot een wijziging van deze afvloeiingsregeling.
Op advies van een daartoe samengestelde werkgroep, bestaande uit
vertegenwoordigers van schoolleiding en leraren van de betrokken
scholen en secretarie-afdelingen, stellen wij U voor bijgevoegde
afvloeiings- en overgangsregeling vast te stellen.
Ter zake is advies ingewonnen bij de volgende organisaties:
- Algemene Besturenbond voor beroepsonderwijs, ander voortgezet
onderwijs vorming en opleiding.
- Algemene Bond van Onderwijzend Personeel.
- Sint Bernardus; Katholieke Vereniging van directies, docenten
en consulenten bij het beroepsonderwijs en het leerlingwezen.
- Nederlands Genootschap van Leraren*.
Desgevraagd legden schoolleiding en personeelsraad van de G.T.S.
en het Stedelijk Gymnasium genoemde regelingen en de ontvangen
adviezen voor aan hun achterban. Zij deelden hun standpunten mede*.
De ontvangen adviezen en standpunten zijn niet eenduidig. De A.B.B.,
Sint. Bernardus en het N.G.L. hebben geen bezwaren tegen de in
voering van de voorliggende regelingen, de A.B.O.P. is van mening
dat deze niet ten goede komen aan het onderwijs, noch aan de
onderwijsgevenden. Betrokkenen binnen de G.T.S. en het Stedelijk
Gymnasium zijn voor Invoering van deze regelingen. Zij verschillen
echter van mening over het gewicht dat toegekend moet worden aan
de diensttijd aan de school.
Alhoewel de argumentatie in het AB.O.P.-advies ten dele wordt
onderschreven toont dit advies niet afdoende aan dat een afvloei
ingsregeling, waarin extra waarde wordt toegekend aan de dienst
tijd aan de school, niet ten goede komt aan het onderwijs noch
aan de onderwijsgevenden.
Hierbij gesteund door de adviezen van de organisaties A.B.B.,
Sint Bernardus en N.G.L. en gehoord de personeelsleden van de
betreffende scholen, die zich in overgrote meerderheid uitspreken
voor een extra bescherming van hun positie, spreken wij hierbij