bijl. nr. 310 -3- onze voorkeur uit voor een afvloeiingsregeling, waarin voor de diensttijd aan de school een bepaalde waarde wordt toegekend. De waardering voor deze factor blijft discutabel. Niettemin menen wij ons te moeten uitspreken voor een regeling waarin de diensttijd aan de school wordt gekoppeld aan de vermenig vuldigingsfactor van "6". Motieven hiervoor zijn: - aldus wordt voorkomen dat bij selectie-procedures voor nieuw aan te stellen personeel andere criteria dan de kwaliteiten als onderwijsgevende een overheersende rol kunnen gaan spelen; - opneming van een andere factor zal, voornamelijk binnen de G.T.S. leiden tot situaties, die geenszins het belang van het onderwijs zullen bevorderen; - het Stedelijk Gymnasium heeft hiertegen geen overwegende be zwaren; - in die gevallen waarin de diensttijd aan de school is opgenomen in een afvloeiingsregeling wordt uitgegaan van een factor "6". Dit is bij het merendeel van de scholen voor voortgezet onder wijs in de regio het geval. In deze regeling is het "kostwinnersprincipe" niet opgenomen, daar wij van mening zijn dat het al of niet kostwinner zijn geen rol mag spelen in een afvloeiingsregeling. Een ontwerp-besluit* gaat ter vaststelling hierbij. Een eventueel afwijkend advies van de raadscommissie onderwijs zal ter Uwer kennis worden gebracht. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. van den Dam secretaris. *ligt ter visie in de leeskamer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1459