bij bijl. nr. 310
-2-
S in de in lid 1 van dit artikel opgenomen formule.
5. Voor de bepaling van de factor 0 in de formule, opgenomen in lid
1 sub b, wordt onder diensttijd mede begrepen de tijd als
dienstplichtige doorgebracht in militaire dienst dan wel deze
vervangende dienst bedoeld in de Wet Gewetensbezwaren Militaire
Dienst
6. Onder diensttijd wordt voor de toepassing van deze afvloeiingsre
geling verstaan: de voor pensioen geldende diensttijd, dan wel
de tijd die daarvoor in aanmerking zou komen indien van het
recht van inkoop gebruik was gemaakt, alsmede de tijd doorge
bracht in "kleine betrekkingen" (zijnde niet voor pensioen
geldende diensttijd), als omschreven in artikel B 7 lid a van
de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet, alsmede
a. de tijd gedurende welke de belanghebbende verbonden was aan
enige inrichting van onderwijs als omschreven in lid 7 van
deze afvloeiingsregeling;
b. de tijd gedurende welke de belanghebbende verbonden was aan
enige instelling de schoolgeldverzorging betreffende op grond
waarvan hij krachtens artikel B 3 van de Algemeen Burgerlijke
Pensioenwet ambtenaar was in de zin van die wet;
c. de tijd gedurende welke de belanghebbende verbonden was aan
de Stichting Open School, de Stichting Leerplan Ontwikkeling
en een van de landelijke Pedagogische Centra of daarmee ge
lijk te stellen instellingen, op grond waarvan hij krachtens
artikel B 3 van de Algemeen Burgerlijke Pensioenwet ambte
naar was in de zin van die wet;