bij bijl. nr. 322
Bij omstandigheden als in het hiervoorgaande lid bedoeld
behoudt de gemeente zich het recht voor en verplicht de PNEM
zich daaraan naar vermogen mede te werken, om al die maat
regelen en voorzieningen te treffen, bijvoorbeeld de levering
van brandstof aan de hulpketelhuizen en ketelhuizen, waardoor
de warmtevoorziening van haar afnemers zoveel mogelijk wordt
veilig gesteld.
Artikel 19
De PNEM is niet aansprakelijk voor schade of hinder, waar
onder begrepen bedrijfsschade, welke voor de gemeente ontstaat
als gevolg van de levering van warmte of door de onderbreking
of storing hiervan, tenzij een en ander te wijten is aan
grove schuld aan de zijde van de PNEM.
De gemeente doet bij voorbaat afstand van alle aanspraken,
welke zij tegen de PNEM zal kunnen doen gelden ter zake van
schade of hinder waaronder begrepen bedrijfsschade, die voor
haar ontstaat als gevolg van de levering van warmte of door
de onderbreking of storing hiervan en vrijwaart de PNEM voor
zodanige aanspraken, waaronder begrepen aanspraken op vergoe
ding van schade als gevolg van wateroverlast en lekkage in het
distributienet, van afnemers van warmte van haar energie- en
waterbedrijf, tenzij er sprake mocht zijn van grove schuld
aan de zijde van de PNEM.
Artikel 20
De gemeente verleent aan de PNEM het recht om, zonder dat
daarvoor enige vergoeding of retributie is verschuldigd, in
gemeentelijke wegen en eigendommen leidingen voor het
transport van warmte te leggen, te hebben, te wijzigen en
in stand te houden.
Over de situering van de leidingen en tijdstip van eventuele
werkzaamheden zal de PNEM met de gemeente tevoren overleg
plegen