-2- ing. e zen ende ge- rd de ond an t en re n e lid 307, e- nde onder ewoon- ten en in oon- ie- horen oht s bijl. nr. 324 Alvorens het zover zou komen, dat Uw raad zou besluiten tot onbewoonbaarverklaring, zouden eerst nog een tweetal onder zoeken moeten worden ingesteld naar de toestand van de woning, waaronder één door de inspecteur van de volkshuis vesting. Doch dit is niet aan de orde. Wat sub 1 van het beroepschrift betreft doet het besteden van 30 a 40.000 gulden aan voorzieningen in en buiten het pand niets af aan de staat van onderhoud van dit pand. Voor het aanbrengen van een nieuwe riolering was het niet mogelijk subsidie te verlenen, omdat de werkzaamheden reeds waren uitgevoerd, voordat het verzoek om een bijdrage in de kosten was ingediend. De in sub 3 bedoelde mededeling van de dienst van openbare werken had betrekking op het verzoek plafonds te vernieuwen, welke op instorten stonden. Het onmiddellijk maatregelen nemen was, gezien de levensgevaarlijke toestand, noodzakelijk. Daarnaast waren nog andere gebreken aanwezig, waarop de aan schrijving d.d. 23 mei 1979 betrekking heeft. Meergenoemde aanschrijving is niet de eerste aanmaning tot het treffen van voorzieningen. Reeds sedert 1974 wordt aangedrongen bij de heer Ruwiel tot het nemen van afdoende maatregelen. Hiervoor moge verwezen worden naar de in kopie bijgevoegde correspondentie*. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, 3e lid van de Bouwverordening 1978 is de heer Ruwiel in de commissie open bare werken gehoord. Het proces-verbaal*, opgemaakt van deze hoorzitting, treft U hierbij aan. Wij stellen U voor overeenkomstig bijgevoegd concept te be sluiten tot niet-ontvankelijkverklaring van de heer Ruwiel in zijn beroep. Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie openbare werken. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1538