bijl. nr. 330
-3-
Niettegenstaande dat dit pand een vaste bewoner heeft, wordt
de overtuiging nog versterkt dat dit bijzaak is en het
uitoefenen van een bedrijf hoofdzaak door:
1 het al eerder vermelde inbouwen van 2-persoonsbedden en
plaatsen van 2-persoonsbaden;
2. het indienen van een aanvraag voor het aanbrengen van een
lichtreclame bij de dienst van openbare werken. Een kopie
van de bij deze aanvraag behorende foto*) treft U bijge
voegd aan.
Wij zijn van mening dat ons college terecht geen gebruik heeft
gemaakt van de bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling
van het bepaalde in artikel 46 van de bouwverordening voor
het overschrijden van de achtergevelrooilijn.
Hoewel op grond van de voorschriften behorend bij de bestem
mingsplannen "Liesboslaan-Drielindendreef 1964" en "Larüelijk
Gebied 1973" geen redenen aanwezig zijn tot weigering, blijven
wij, gelet op de nieuw verkregen informatie, waaruit o.i. strij
digheid met deze bestemmingsplannen blijkt, van mening, dat ons
standpunt in deze gehandhaafd dient te blijven.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, 3e lid van de
Bouwverordening 1978 is Carpe Diem B.V. in de commissie ruimtelij
ke ordening d.d. 25 oktober 1979 gehoord.
Het proces-verbaal*), opgemaakt van deze hoorzitting, treft U
hierbij aan.
Wij stellen U voor overeenkomstig bijgevoegd concept te besluiten
tot ongegrondverklaring van het beroep van Carpe Diem B.V. tegen
de weigering van de bouwvergunning.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
commissie ruimtelijke ordening.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx
burgemeester.
van den Dam
secretaris.
ligt ter visie in de leeskamer