bij bijl. nr. 331
de laatste twaalf volle kalendermaanden aan het ontslag
voorafgaand
b. als deel van de laatstelijk genoten bezoldiging tevens
zal gelden het bedrag dat over de twaalf volle kalen
dermaanden, voorafgaande aan het ontslag, gemiddeld
aan toelage als bedoeld in artikel C Ulid 1, van het
Algemeen Ambtenarenreglement per maand is toegekend
en de toelage waarop ingevolge de verordening op de
afbouwregeling toelagen op het tijdstip van het ont
slag aanspraak bestaat.
2. Indien in de laatstelijk genoten bezoldiging, omschreven
in het vorige lid, anders dan ten gevolge van het ver
werven van periodieke verhogingen, wijziging zou zijn
gekomen, wanneer de belanghebbende op deze bezoldiging
in dienst zou zijn gebleven, zal van de dag van inwer
kingtreding van die wijziging af het aldus gewijzigde
bedrag als laatstelijk genoten bezoldiging gelden.
3. Indien in de loop van het jaar onmiddellijk voorafgaand
aan het ontslag een aanmerkelijke wijziging heeft plaats
gevonden in de omvang van de werkzaamheden, geldt in zo
verre in afwijking van de vorige leden, als laatstelijk
genoten bezoldiging, de gemiddelde bezoldiging over even-
bedoeld jaar.
4. In gevallen waarin de toepassing van dit artikel tot on
redelijke resultaten leidt, kunnen burgemeester en wet
houders ten gunste van belanghebbende van het bepaalde
in de vorige leden afwijken.
Artikel 3.
1De belanghebbende heeft recht op een uitkering met ingang
van de dag van zijn ontslag.
2. Burgemeester en wethouders kennen de uitkering toe.
De gegevens die burgemeester en wethouders nodig achten
voor de toekenning dienen door of vanwege de belanghebbende
te worden verstrekt.