bij bijl. nr. 331
-10-
Artikel 13-
In bijzondere gevallen of groepen van gevallen waarin de
toepassing van deze verordening tot een naar het oordeel
van burgemeester en wethouders onredelijke uitkomst leidt,
zijn burgemeester en wethouders bevoegd overeenkomstig de
strekking van deze verordening te beslissen.
Artikel 14.
In artikel 7 wordt voor artikel N 9, derde lid, tot
1 januari 1980 gelezen artikel N 9, vierde lid.
Artikel 15.
1Voor zoveel nodig in afwijking van het bepaalde in
artikel H 4, lid 2, van het Algemeen Ambtenarenreglement
kan, indien het belang van de dienst zulks vordert, de
termijn waarbinnen ontslag moet worden verleend tot ten
hoogste zes maanden worden verlengd,
2. Dit artikel vervalt zes maanden na de inwerkingtreding
van deze verordening.
Artikel 16.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Uitkeringsver-
ordening vrijwillig vervroegd uittreden".
Artikel 17.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1-11-1979.
Aldus besloten in de openbare
vergadering van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.