bij bijl. nr. 331
Artikel 5. De anticumulatie is stringenter geregeld dan bij
voorbeeld in de Wachtgeldverordening. Dit hangt samen met het
karakter van de verordening, die niet in de laatste plaats
gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid, hetgeen
impliceert, dat degenen, die vervroegd uittreden, zo min mo
gelijk meer betaalde arbeid zouden moeten verrichten.
Artikel 9. In de rijksregeling geldt de verplichting van het
geneeskundig onderzoek eerst na een ziekteperiode van een jaar
In een niet onbelangrijk aantal ziektegevallen is het echter
al terstond of na korte tijd duidelijk, dat betrokkenen in aan
merking komen voor een invaliditeitspensioen. Gezien ook de
vaak lange tijd, die met de pensioenkeuring gemoeid is, valt
redelijkerwijs niet in te zien waarom in deze verordening
zou moeten worden afgeweken van het regime van het Algemene
Ambtenarenreglement, dat ervan uitgaat, dat een geneeskundig
onderzoek te allen tijde kan worden gehouden.
Artikel 10. In het derde lid is een sanctie opgenomen tegen
het niet nakomen van de verplichting neergelegd in artikel 9.
De rijksregeling kent die sanctie niet, maar, zoals ook al
bij artikel 9 is opgemerkt, is er ook hier geen reden om af
te wijken van het systeem van het Algemeen Ambtenarenreglement
waarbij een dergelijke sanctie wel voorkomt.
Artikel 15. Bij de invoering van deze verordening kan het in d
beginfase voorkomen, dat bij bepaalde dienstonderdelen een zo
danig aantal ambtenaren tegelijk ontslag vraagt, dan wel een
ambtenaar in een vitale functie ontslag vraagt, zonder dat
tijdig in de vacature (s) kan worden voorzien, dat daardoor
het functioneren van de dienst in het gedrang komt. Vandaar
deze tijdelijke mogelijkheid in bepaalde gevallen de ontslag
termijn te verlengen. Van deze mogelijkheid dient uiteraard
een zeer spaarzaam gebruik te worden gemaakt.