bijl. nr. 347 Onderzoek stadsschouwburg en adviezen onderzoekscommissie De tijd schreed voort en steeds duidelijker manifesteerden zich de onvolkomenheden en de gebreken van de uit 1881 daterende stadsschouwburg. Op voorstel van ons college besloot Uw raad daarom een krediet van 25.000,beschikbaar te stellen voor het instellen van een onderzoek naar de stadsschouwburg (14 oktober 1976, bijlage no. 313). Doelstelling van het onderzoek was: - inventarisatie van de bestaande toestand (bouwtechnisch, in stallatie en functioneel); - inventarisatie van de gebruiksmogelijkheden en inventarisatie van de behoeften op langere termijn; - samenstelling van een programma van wensen en mogelijkheden met een kosten- en tijdsplan. Het bureau Kraaijvanger Architekten b.v. werd met deze opdracht belast. In mei 1977 bracht dit bureau een tussenrapport uit, waaruit bleek dat op de meest korte termijn een aantal voorzie ningen aan het toneel en de technische voorzieningen moest worden getroffen om de direct gevaarlijke situatie op te heffen en minimale veiligheidsmaatregelen te nemen. In Uw vergadering van 23 juni 1977 (bijlage no. 233) besloot Uw raad hiervoor 153.000,ter beschikking te stellen. In december 1977 bracht het bureau Kraaijvanger b.v. het eindrapport uit. Dit rapport werd door ons college in handen gesteld voor advies van de onderzoekscommissie stadsschouwburg, bestaande uit de wethouders van Dun en Sandberg, de directeur van de stadsschouw burg, de directeur openbare werken en de chef van de afdeling culturele zaken De onderzoekscommissie kwam tot de conclusie dat het bureau Kraaijvanger Architekten b.v. op de juiste wijze de opdracht had vervuld. De commissie concludeerde verder dat de beschikbare middelen ontoereikend waren om een van de aanbevolen plannen uit te voeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1635