bijl. nr. 347 -4- - uitvoering van het plan Kraaijvanger Architekten b.v., zoals neergelegd in het deelrapport d.d. 29 maart 1979; - gedeeltelijke sluiting van de stadsschouwburg per 1 juni 1979. (Zoals bekend hebben wij overeenkomstig dit advies 29 januari j.l. besloten de grote zaal en het toneel met ingang van 1 juni 1979 niet te gebruiken voor voorstellingen). 3Stadsschouwburg onmisbaar in geheel van stedelijke voorzieningen. De eerste vraag, die wij ons na ontvangst van het advies van de onderzoekscommissie en vooral ook bij de behandeling in ons college van de begroting 1 980 en de voorbereiding van de meer jarenbegroting 1980 t/m 1983 hebben gesteld is of deze investe ringen voor de stadsschouwburg passen binnen het gemeentelijk beleid en speciaal binnen het gemeentelijk beleid voor cultuur. Uitgangspunt voor het gemeentelijk cultuurbeleid is, aldus de nota "van Cultuur naar Cultuur" dat personen en groeperingen de mogelijkheid moeten hebben deel te nemen aan culturele activi teiten en gebruik moeten kunnen maken van culturele voorzieningen. De gemeentelijke overheid dient hiervoor de voorwaarden te schep pen. Een schouwburg is naar de opvatting van velen voor een stad als Breda met de regio een onmisbare voorziening in het geheel van culturele activiteiten. Het belang van een schouwburg beperkt zich niet tot de bezoekers; de schouwburgactiviteiten beïnvloeden tevens voortdurend het cultureel klimaat. Het is duidelijk dat de aard van het aanbod, de programmering, de participatie bepaalt. De participatie is meetbaar, de beïnvloeding niet. Het belang van een schouwburg zal ook daarom steeds verschillend worden be oordeeld Een van de problemen van cultureel beleid is de duidelijke ver scheidenheid in de wijze, waarop mensen hun vrije tijd besteden en deelhebben aan cultuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1637