bij bijl. nr. 356 3. De belanghebbenden dienen dan ook van een voorgenomen sluiting tevoren schriftelijk op de hoogte te worden gesteld en de gelegenheid te hebben daartegen beroep in te stellen, met daaraan vastgekoppeld de schorsende werking van het besluit totdat in beroep is beslist. Zie de artikelen 31 tweede en derde lid, alsmede artikel 36. Het kan in uitzonderingssituaties noodzakelijk zijn snel en doeltreffend op te treden. Met name in gevallen waarbij de gezondheid en/of veiligheid van personen in het geding zijn, zal niet altijd gewacht kunnen worden, totdat de administratieve beroepsprocedures zijn voltooid. Daarop ziet het vierde lid van artikel 31op grond waarvan de onmiddellijke sluiting van een inrichting kan worden bevolen. Het besluit tot sluiting zal bovendien zowel buiten als in de inrichting worden bevestigd (artikel 31, vijfde lid). Hierdoor kunnen ook op het moment van de sluiting niet in de betreffende inrichting verblijvende per sonen hiervan kennis nemen. Intern is voorts afgesproken, dat bij het in de inrichting aan te brengen afschrift van het besluit tot sluiting te vens een lijst zal worden aangebracht van de in de inrichting verblijvende personen (volgens de opgave als bedoeld in artikel 31 tweede lid, onder b) Het spreekt voor zich, dat het bij een ontruimingsaktie van groot belang is om vooraf te weten om hoeveel en om welke personen het daarbij gaat. Zodra het besluit tot sluiting onherroepelijk is geworden kan tot gehele of gedeeltelijke ontruiming van de inrichting worden overgegaan. De bevoegd heid hiertoe is gebaseerd op het bepaalde in artikel 210, juncto artikel 152 e.v. van de gemeentewet (politiedwang)Deze bevoegdheid behoeft mits dien niet in deze verordening te worden opgenomen. Terf^een bevolen sluiting te kunnen effectueren en een eenmaal gesloten in richting gesloten te houden, is het gewenst enkele bepalingen op te nemen die daarvoor een instrument verschaffen, zoals het verbod om bepaalde per sonen tot de inrichting toe te laten, alsmede de mogelijkheid om de in richting of een gedeelte daarvan te verzegelen. Zie hiervoor artikel 31 5 tot en met 7e lid en artikel 32. Tenslotte is een regeling getroffen, voor de situaties die zich na een sluiting kunnen voordoen (artikel 33). Zodra een exploitant de voorzieningen heeft getroffen en zijn inrichting overeenkomstig het bepaalde in de verordening in werking zal hebben, kan de sluiting worden opgeheven. Tot zodanige opheffing zal tevens kunnen worden besloten, indien is vastgesteld dat de inrichting niet meer onder de werkingssfeer van de verordening valt. Het ligt vervolgens voor de hand, dat een bevolen sluiting niet te allen tijde onbeperkt van kracht zal kunnen blijven. Met het oog hierop is in artikel 33, derde lid, bepaalt, dat een voor een inrichting verleende ver gunning vervalt wanneer deze gedurende twaalf achtereenvolgende maanden gesloten is geweest. Het als zodanig vervallen van de vergunning is ver volgens aanleiding om de sluiting op te heffen (zie artikel 33, tweede lid, onder d).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1700