bijl. nr. 357 -4- Bovendien merken wij op, dat bij de totstandkoming van de "Nota standplaatsen" en het daarin vervatte beleid onder meer de Kamer van Koophandel en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel, derhalve vertegenwoordigers van de ambulante handel, zijn gehoord en dat deze tegen de onderhavige nota geen bezwaren hebben inge bracht Daarnaast zijn alle vergunninghouders- waaronder de heer Jansen - bij brief* van 3 mei 1979 nr. BK/45679 uitgenodigd om tijdens een daartoe gehouden hoorzitting hun op- of aanmerkingen met betrekking tot de "Nota standplaatsen", alsmede hun bezwaren tegen de voor genomen intrekking van hun vergunningen kenbaar te maken. De heer Jansen heeft van deze mogelijkheid, blijkens het naar aanleiding van deze hoorzitting d.d. 5 juni 1979 opgemaakte verslag* geen gebruik gemaakt, zodat in redelijkheid aangenomen mocht worden, dat deze tegen de voorgenomen intrekking van zijn vergunning dan ook geen bezwaren zou hebben. Op grond van vorenstaande overwegingen komen wij tot de slotsom, dat wij na afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid tot de intrekking van de aan de heer Jansen verleende vergunning konden komen en dat deswege niet is gehandeld in strijd met enig beginsel van behoorlijk bestuur, terwijl voorts van detournement de pouvoir dan wel strijdigheid met een algejneen verbindend voor schrift geen sprake is. Gelet op het bepaalde in artikel 4, zesde lid, van de Algemene politieverordening 1978 is appellant in de vergadering van 22 ok tober 1979 van de commissie van openbare werken in de gelegen heid gesteld om te worden gehoord. Een naar aanleiding daarvan op gemaakt verslag ligt voor Uw raad ter inzage. Het vorenstaande in aanmerking nemend, stellen wij Uw raad voor het door appellant ingesteld beroep tegen de intrekking van de aan de heer Jansen verleende vergunning tot het innemen van standplaats voor de verkoop van vis nabij de sparwinkel aan de Langendijk te Breda ongegrond te verklaren, overeenkomstig bijgevoegd ontwerp besluit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1704