Behoort bl.j bijlage nr. 575.
hetgeen U reeds werd toegezonden voor d
vergadering dd. 14-12-1978.
Richtlijnen Investeringssubsidie Sportklubhuizen
Artikel 1.
1. Met inachtneming van de navolgende bepalingen kan aan verenigingen
subsidie verleend worden in de kosten van het oprichten, verbeteren
en/of uitbreiden van een sportklubhuisgelegen binnen de grenzen
van de gemeente Breda, indien daarmede het belang van de lichamelijke
opvoeding en de sport in de gemeente wordt bevorderd.
2. Geen subsidie wordt verleend, indien op de goedgekeurde gemeentebe
groting daarvoor geen middelen meer beschikbaar zijn.
Artikel 2.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien bijzondere omstandigheden
daartoe aanleiding geven, van de in deze richtlijnen vervatte bepaling
en, ontheffing verlenen.
Artikel 3.
Voor een subsidie ingevolge deze richtlijnen komen in aanmerking ver
enigingen
a. die volledige rechtsbevoegdheid, als bedoeld in titel 2 van boek 2
van het Burgelijk Wetboek, bezitten;
b. en waarop voorts de "sportsubsidieregeling 1972", zoals deze thans
luidt of nadien gewijzigd wordt, van toepassing is.
Artikel 4.
1. Met betrekking tot het oprichten, verbeteren en/of uitbreiden van een
sportklubhuis komen de navolgende kosten voor subsidiëring in aan
merking
a. de bouwkosten, waartoe ondermeer behoren de kosten van materiaal en
arbeidsloon
b. de aansluitkosten van de nutsvoorzieningen;
c. de kosten van eerste inrichting met uitzondering van de kosten
van het aanschaffen en plaatsen van buffet-, tap- en koelinstal
laties
2. Indien de oprichting, verbetering en/of uitbreiding van een sportklub
huis geschiedt met gebruikmaking van door de leden van de vereniging
ingebrachte arbeid, kan daarvoor een door burgemeester en wethouders
te bepalen bedrag, als kosten van arbeidsloon, in de begroting, als
bedoeld in artikel 7, onder b. worden opgenomen.
3. De kosten van het verwerven van de benodigde grond worden niet tot de
subsidiabele kosten gerekend.
Artikel 5.
1.
De subsidie kan ten hoogste één derde deel van de subsidiabele in
vesteringskosten, als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, be
dragen.