bijlage nr. 42 _0_
dat van economische gebondenheid alleen sprake is als de ge
gadigde daadwerkelijk in het regelingsgebied zijn werk heeft
en niet als de gegadigde in dienst is van een instelling etc.
die in dat gebied is gevestigd;
f. in concrete gevallen bepaalt ons college, of er sprake is van
economische dan wel sociale gebondenheid; de onder a. en c.
bedoelde instituten zijn verplicht in twijfelgevallen het
oordeel van ons college in te winnen alvorens de (voorlopige)
koopcontracten worden aangegaan. Het oordeelxan ons college
is bindend.
Het vorenstaande beoogt geen volledige regeling te geven, het
beperkt zich - zoals in de aanvang gezegd - tot enkele hoofd
lijnen.
Het ligt in onze bedoeling om bij aanvaarding door Uw raad van
het hier uiteengezette toelatingsbeleid in de Algemene Verkoop
voorwaarden (van toepassing bij de verkoop van gronden) een uit
gewerkte regeling ter zake op te nemen, welke regeling dan als
wijziging c.q. aanvulling van deze Algemene Verkoopvoorwaarden
door Uw raad zal moeten worden vastgesteld.
6. Slotbeschouwing:
Wij vertrouwen, met de vorenstaande regeling een redelijk
instrument voorhanden te hebben ter regulering van de vraag
naar nieuw te stichten woningen, waarbij wij in de flexibele
opzet, zowel ten aanzien van de categorieën woningen als de
duur van de regeling, een goede manier zien om op relatief
korte termijn op nieuwe ontwikkelingen in te spelen.
Wij prefereren deze regeling, vooralsnog in afwachting van
nadere studies, boven andere reguleringsmethodieken, zoals
herinvoering van de Woonruimtewet of regelingen, waarbij de
vraag, of men voor vestiging in een gemeente in aanmerking
komtbeantwoord wordt aan de hand van min of meer complexe
puntentellingssystemen.
Tenslotte menen wij nog te moeten ingaan op de vraag, hoe
de voorgestelde toelatingsregeling zich verhoudt tot de
positie van Breda als groeistad.
In dat verband merken wij op, dat de regeling de overloop