bijlage nr. 42
vanuit de Randstad niet uitsluit maar:
-9-
a. accepteert voorzover zij gepaard gaat met de overloop van
werkgelegenheid, dit door de voorkeur die gegeven wordt
aan de economisch gebondene. Als zodanig loopt de toe
latingsregeling parallel met het in de Verstedelijkings-
nota benadrukte étreven naar een evenwichtige woon/werk-
balans
b. accepteert ook al gaat zij niet gepaard met het over
brengen of creëren van werkgelegenheiddoch dan slechts
in beperkte omvang, namelijk voorzover de opnamecapaci
teit resteert nadat de economisch en sociaal gebondenen
in de gelegenheid zijn gesteld van hun voorkeursrecht
gebruik te maken.
Daarnaast leidt het hanteren van het voorgestelde toelatings
beleid ertoe, dat in de eerste plaats de opvang van de eigen
en regionale woningbehoefte wordt mogelijk gemaakt.
Deze opvang, gevoegd bij het beperkende beleid van de rand
gemeenten ten aanzien van de immigratie heeft mede tot ge
volg, dat de suburbanisatie effectief wordt tegengegaan,
waardoor een situatie kan worden bereikt die met de realise
ring van de Haagse Beemden voor ogen staat (zie hoofdstuk
2punt 6
Van het standpunt van ons college ten aanzien van het te
voeren toelatingsbeleid hebben wij de staatssecretaris van
volkshuisvesting en ruimtelijke ordening en het Stadsgewest
Breda op de hoogte gesteld.
Zijn positieve reactie d.d. 8 november 1978 gaat in afschrift
hierbij
Overigens tekenen wij hierbij aan dat een minderheid van
ons college (2 leden) het niet op voorhand eens zijn met een
beperkt toelatingsbeleid.
Zij zouden de voorkeur geven aan: nu een toelatingsbeleid
voor de hele stad.
Wat deze leden eveneens intrigeert is de termijn waarop be
keken zal worden of de woonruimtewet al dan niet moet worden