aan de raad der
gemeente Breda
-2-
St/0/36690
St/O/34178
20-12-1978.
Bijlage nr. 45
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot intrekking van de
"Algemene verkoopvoorwaarden 1974"
en tot vaststelling van de "Alge
mene verkoopvoorwaarden 1979".
Op 20 juni 1974 besloot Uw raad tot het wijzigen van de Algemene
Verkoopvoorwaarden; een exemplaar van de sindsdien geldende voor
waard-en ligt voor U ter visie.
Naast het feit, dat sommige bepalingen na ruim vier en een half
jaar aan herziening dan wel aan hergroepering toe waren, waarbij
onder meer een betere aansluiting is verkregen bij de wensen van
het notariaat, kan gesteld worden dat de thans voor U liggende
algemene voorwaarden fundamenteel zijn herzien.
Deze herziening is het gevolg van het feit dat de thans aan U voor
gestelde verkoopvoorwaarden zijn afgestemd op het separaat aan
Uw raad voorgelegde pre-advies inzake het toelatingsbeleid.
Naast de algemene doelstelling van dat toelatingsbeleid, namelijk
middels het invoeren van het vereiste van de economische c.q. so
ciale gebondenheid als voorkeurscriterium bij de uitgifte van grond
bestemd voor woningbouw regulerend te kunnen optreden, is het mo
gelijk om middels een zodanig beleid bepaalde vormen van speculatie
tegen te gaan.
In het kader van deze problematiek wijzen wijUgaarne op het onlangs
(3 november 1978) uitgebrachte rapport van de Vereniging van Neder
landse Gemeenten met als onderwerp "Het gebruik van ketting- boete
en anti-speculatiebedingen in gemeentelijke verkoopcontracten"
welk rapport een reactie is op het rapport "Gemeentelijke anti-
speculatiebedingen ofwel gemeentelijke verkoopregulerende bepalin
gen" uitgebracht in mei 1978 door een commissie bestaande uit
vertegenwoordigers van het notariaat, de makelaardij, de bouwwereld
en de consumentenorganisaties. Beide rapporten liggen voor U ter
visie.