-2-
bij bijlage nr. 55
per ton zal de vorenbedoelde m3-prijs worden verhoogd, in die
zin dat per 1,30 verschil een verhoging geldt met 0,1 cent.
Hierbij zal de volgende afronding worden toegepast: een rest
van minder dan 0,65 heeft geen verhoging tot gevolg, terwijl
een rest van 0,65 of meer leidt tot een verhoging met 0,1 cent.
Voor het vaststellen van een eventuele tariefsverhoging per 1
januari 1981 als gevolg van deze koppeling wordt het rekenkundig
gemiddelde van de door het Centraal Bureau voor de statistiek ge
publiceerde P van het vierde kwartaal 1979 en de eerste drie kwar
talen 1980 vergeleken met de door partijen vastgestelde minimum
waarde van 210,per ton. Indien dit gemiddelde hoger is dan
210,per ton zal de voor 1980 geldende m3-prijs op overeen
komstige wijze als in voorgaande alinea is bepaald, worden ver
hoogd, met dien verstande dat deze verhoging slechts zal plaats
vinden indien en voor zover deze verhoging meer bedraagt dan de
verhoging ingevolge de koppeling aan de P per 1 januari 1980.
Definitie als gegeven door C.B.S., te weten:
P-kwartaal:
De gemiddelde ihkoopwaarde van zware stookolie met een viscositeit
van ten minste 65 mm2/s (50 C) door industriële verbruikers en
elektrische centrales te zamen met een aanvoer van ten minste
2.000 ton zware stookolie per kwartaal, op basis van onderwaarde
gecorrigeerd naar de calorische waarde van 41,45 MJ/kg (9.900
kCal/kg)
Genoemde inkoopwaarde wordt berekend inclusief betaalde heffingen
doch exclusief BTW).