nog geen goedgekeurd terrein voor een woonwagencentrum aange
wezen en wat zijn de gevolgen daarvan?
(D.w.z. welke maatregelen worden dan genomen, door wie en op
welk terrein?)
7. Is het inderdaad de bedoeling dat overleg wordt gepleegd met
de gemeenteraden van de gemeenten voor het woonwagenschap en
wanneer vindt dat overleg plaats?
8. Indien het antwoord op voorgaande vraag negatief is, is het
dan wel de bedoeling de commissie van maatschappelijke dienst
verlening in te schakelen en wanneer?
9. Kunnen voor het tweede gesprek tussen het woonwagenschap en de
actievoerders ook de commissieleden MDV worden uitgenodigd?
ANTWOORD
ad 1
Op 10 april 1978 vond het eerste gesprek plaats van het dagelijks
bestuur van het Woonwagenschap met een deputatie van de woonwagen
bewoners. Toen werd onder andere de afspraak gemaakt om regelmatig
met de bewonerscommissie van gedachten te wisselen. Deze commis
sie was toen juist geformeerd.
ad 2.
In een bespreking op 28 april 1978 van het dagelijks bestuur met
de bewonerscommissie is mededeling gedaan van de volgende eisen:
- op korte termijn een tweede woonwagencentrum in Breda voor 60
gezinnen;
- spoedige realisering van kleine centra in het kader van het
spreidingsplan;
- renovatie van het centrum aan de Terheijdenseweg, na afbouw
tot 60 standplaatsen;
- inspraak van de woonwagenbevolking bij de ontwikkeling van
alle plannen.