6 oktober opdracht gekregen heeft om te zorgen dat de woonwagen bewoners de gemeente Breda niet meer in zouden mogen indien de gemeente Hoeven deze woonwagenbewoners geweigerd zou hebben? 11. Is het college niet met ons van mening dat op ontoelaatbare wijze druk op de bewoners is uitgeoefend en wel door hun uitkering van de gemeentelijke sociale dienst afhankelijk te stellen van vrijwillig vertrek uit Breda? 12. Is het college bereid een verzoek tot ontheffing van art. 10 lid 1 van de woonwagenwet voor de bewoners met hun vier wagens te verlenen? ANTWOORD ad 1 Het was ons college niet bekend, dat op het moment, dat wij voorne mens waren twee standplaatsen voor woonwagens op een terrein achter de Boschstraat beschikbaar te stellen, er twee woonwagenbewoners het land afreisden om een standplaats te zoeken. ad 2. Gelet op het antwoord op vraag 1 behoeft deze vraag geen antwoord, ad 3. Het door U bedoelde terrein was uitsluitend bedoeld om standplaats te bieden aan de twee onvolledige gezinnen van de betreffende fa milie. Het zou hoogstens tijdelijk voor dat doel beschikbaar kun nen zijn. In verband daarmede zouden slechts provisorische voor zieningen kunnen worden getroffen. Of onder die omstandigheden van "een geschikt maken" zou kunnen worden gesproken, menen wij in het midden te moeten laten. ad 4. Er is inderdaad medegedeeld, dat naar een oplossing zou worden ge zocht. Er is evenwel over een oplossing in de meest ruime beteke-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 265