Voor het instituut "bijzonder onderzoek" zijn, juist om de ont wikkelingen gedurende de eerste tijd zorgvuldig te kunnen vol gen en begeleiden, extra-regels gesteld. De "bijzonder onderzoeker" kan niet op eigen initiatief onder zoek verrichten. Hij werkt volgens opdracht van de directeur van de Sociale Dienst (of van het bestuur van een der andere betrokken gemeenten). Aan het geven van opdrachten gaat onderzoek door het bijstandsmaatschappelijk werk van de sociale dienst vooraf. Voorts is het de bijzonder onderzoeker niet mogelijk zelf aan gifte van strafbare feiten te doen. Deze bevoegdheid is voorbe houden aan de directeur (of, wederom het betreffende gemeente bestuur). De directeur slaat daarbij acht op alle aspecten, welke in het belang van de cliënt overwogen dienen te worden. Deze hier genoemde richtlijnen zijn reeds in het raadsvoorstel van 12 oktober 1977 (SD/8721aangegeven en door de raad vast gesteld. ad 5. Hierboven hebben wij al aangeduid op welke wijze de taakuitoefe ning van de bijzonder onderzoekers politiek controleerbaar is. Zonder verdere toelichting mag hier worden volstaan met de op somming van de controle-mogelijkheden. a. de wijze waarop de directeur van de Sociale Dienst controleer baar is; b. via beoordeling door de begeleidingscommissie van wethouders uit het rayon Breda, onder voorzitterschap van de wethouder van sociale zaken te Breda, zoals hierboven genoemd; c. via evaluatie van de ervaringen in de raadscommissie voor sociale zaken. ad 6. Er is geen vaste regel volgens welke uitspraken van het Landelijk Kontact Veldwerkers door staf, medewerkers en medezeggenschap- commissie van de Sociale Dienst aan de orde worden gesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 275