bijl. nr. 69 ning d.d. 20 december 1974, MG 74-40. -4- De resterende dekking zal gevonden worden in de algemene bedrijfs- reserve van het gemeentelijk woningbedrijf A. Volledigheidshalve merken wij hierbij op dat genoemde circulaire door de provinciale en centrale directie van de volkshuisvesting verschillend geïnterpreteerd wordt. De provinciale directie van de volkshuisvesting is van mening dat voor de uitvoering van een buitengewoon onderhoudsplan geen jaar lijkse bijdrage kan worden toegekend. De centrale directie van de volkshuisvesting is deze mening echter wel toegedaan. Ben en ander is andermaal bevestigd in een gesprek met de centrale directie van de volkshuisvesting d.d. 23 januari 1978, met betrek king tot de op 28 september 1977 door Uw raad vastgestelde nota in zake verbetering en groot onderhoud van gemeentelijke woningen. Uit het door de dienst van openbare werken met de provinciale di rectie van de volkshuisvesting medio januari 1979 gevoerde overleg inzake het aan de orde zijnde buitengewone onderhoudsplan wordt van die zijde de kans op rijkssteun niet al te hoog geschat. Niettemin zijn wij van mening dat wij terzake een beroep moeten doen op rijkssteun; de aanvrage* voor de verkrijging daarvan hebben wij inmiddels naar de provinciale directie gezonden. Indien onverhoopt deze steun niet wordt toegekend dan zal voor de volledige dekking van de budgettaire lasten een beroep moeten wor den gedaan op de algemene bedrijfsreserve van het gemeentelijk woningbedrijf A. De eventuele niet-toekenning van rijkssteun zal naar onze mening geenszins moeten leiden tot het niet uitvoeren van het buitenge wone onderhoudsplan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 311