bijl. nr. 7 -2- verdeelsleutel af te stappen. Ten derde willen wij de kinderdagverblijven voor 1978 en volgende jaren niet meer in dit voorstel opnemen. De kinderdagverblijven worden gesubsidieerd in het kader van de rijksbijdrageregeling kinderdagverblijven tot 100$ van de personeelskosten. Daarmee is (was) een sluitende exploitatie mogelijk. Het door het rijk in deze regeling vanaf 1978 voorgeschreven maximum-tarievensysteem maakt het sluitend maken van de exploitatie minder zeker. In hoeverre de komende jaren de gemeente alsnog kinderdagverblij ven zal (moeten) subsidiëren wordt momenteel nog bezien. Wij zullen Uw raad daarover nog informeren. Op grond van het vorenstaande is de subsidie kindercentra 1978 bedoeld voor peuterspeelzalen. Onder een peuterspeelzaal wordt verstaan het kindercentrum waar gezonde kinderen tussen 2 en 4 jaar twee of meer halve dagen per week individueel en/of in groepsverband worden begeleid en kunnen spelen op een manier die aansluit bij de ontwikkelingsfase van het kind. Zoals gezegd willen wij subsidiëren in de belangrijkste kostenfac toren. Deze zijn: - de personeelskosten; - de huisvestingskosten; - de administratiekosten. I. De personeelskosten vormen veruit de grootste kostenfactor bij de exploitatie van de peuterspeelzaal. Wij willen dan ook in de personeelskosten subsidiëren tot een bedrag gelijk aan maximaal 50$ van deze kosten. Onder personeelskosten worden verstaan: honoraria, lonen, salarissen, wettelijk verschuldigde sociale lasten, alsmede pensioenpremies tot maximaal netto 12$ van de subsidiabele lonen en salarissen en kosten van wettelijke aan sprakelijkheids- en ongevallenverzekering. II. Ha de personeelskosten vormen op de totale exploitatie van een peuterspeelzaal de huisvestingskosten de belangrijkste kosten factor. Door de huisvestingskosten te subsidiëren wordt de kwaliteit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 32