IC -6- -7- op de oppervlakte van de Bredase stadskern. In de zin van deze regeling werd de oppervlakte aanvankelijk gesteld op 43 hectare na herziening is deze gesteld op 42 hectare. Rekening houdend met voorgaande is op basis van de ook in de voorgaande jaren toegepaste methodiek een prognose voor de gemeentefondsuitkeringen opgezet. Voor de resultaten en even tuele nadere toelichting verwijzen wij U naar bijlage I. II.2. Belastingen. Voor de gemeentelijke belastingen die tot de capaciteit worden gerekend is een gemiddeld reëel accres aangehouden van 3 Hierbij wordt er dus van uitgegaan, dat de opbrengst zonder tariefsverhogingen vnl. als gevolg van uitbreiding van de be bouwing met 3$ zal toenemen. In het beleid met betrekking tot de verhoging van belastingen in tarieven, hanteert Uw raad sinds enige jaren een jaarlijkse aanpassing van de tarieven aan de te verwachten inflatie, die voor de berekeningen gelijk gesteld wordt aan de te verwachten prijsstijging. Zoals hiervoor reeds gesteld wordt voor 1980 een prijsstijging van 34$ verwacht, zodat dienovereenkomstig met een tariefsver hoging van 34$ zal moeten worden gerekend. In het voormelde besluit van Uw raad is echter tevens opgenomen, dat achteraf gebleken afwijkingen van de geschatte en de werkelijke prijs stijging bij de tariefsverhoging van het eerst volgende jaar zal worden gecorrigeerd. De prijsstijging 1978 is destijds ingezet op 54$» terwijl 44$ is gerealiseerd. Voor 1979 is bij de begroting 1979 54$ aan gehouden terwijl dit percentage thans op 4 moet worden gesteld. In totaal ligt de prijsstijging 1978 en 1979 24$ lager dan aanvankelijk werd verwacht. Daar ook in de tariefsverhogingen van de belastingen met de destijds geraamde hogere prijsstijging is gerekend, dienen nu ook de tarieven in verband met de inflatie te worden gemiti geerd met 24$. Voor 1980 is daarom de tariefsaanpassing in verband met inflatie gesteld op 1$.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 392