bij bijl. nr. 97 II Art. 8 gemengde doeleinden GD II Aan lid 5 sub d dient te worden toegevoegd behoudens voor zover het betreft parkeren enz. (zie art. 7»H<1 3»sub d) Art. 9 kantoren K toevoeging aan lid 5» sub d, conform artikel 7 en 8 Art. 11 openbaar groen en recreatie Sportdoeleinden in de bestenmingsomschrijving mag uitsluitend duiden op vri.je- sportbeoefening. Deze gronden mogen niet aan openbare toegankelijkheid worden onttrokken ten behoeve van georganiseerde sportbeoefening. 2 Het voorschrift staat in lid 1. sub a. bebouwing toe tot 2% 400 m hetgeen te veel is. Een en ander dient te worden gereduceerd tot 1 met een maximum oppervlakte van 200 m waarbij het maximum aantal gebouwen dient te worden teruggebracht van 5 tot 3. x) De thans in het plan voorgestelde bebouwingsmogelykheden worden te ruim geacht voor een verantwoorde inrichting van het "groene hoofdmotief" in dit plandeel (toelichting pag. 33) Art. 3» 4i 5 en 6 woondoeleinden In lid 2 van deze voorschriften worden ongelijke oppervlaktematen voor bijgebouw toegestaan. Dit onderscheid wordt in het plan niet gemotiveerd. Zonder dringen reden tot differentiatie, verdient een uniforme regeling de voorkeur, omdat an ders op een later tijdstip onbegrijpelijke verschillen ontstaan voor bewoners. Art. 6 woondoeleinden EMg De vrijstelling van lid 4» sub a staat een vergroting van de bouwhoogte toe welke ongewenscht is. Het ontwerp voor de betreffende bebouwing is reeds zover gevorderd, dat een definitieve hoogteregeling in het plan mogelijk is. De parkeervoorzieningen welke onder de bestemming "woondoeleinden" zijn gedacht zijn noch in voorschriften noch in plankaart geregeld, hetgeen ongewenscht is voor een zo'n essentieel onderdeel van het toekomstig grondgebruik. Het verdie aanbeveling deze parkeerplaatsen onder te brengen in de verkeersbestemming, zoals by alle andere woon-bestemmingen is gebeurd, (duidelijkheid en rechtszeker Art. 10 openbaar gToen De redactie van lid 2 is onduidelijk en wekt verwarring, ook de aanleg van wan delpaden moet binnen de betreffende arcering zijn toegestaan. Door de waterlopen in het plan onder *e brengen in de bestemming openbaar groei wordt door de plankaart een onjuist beeld verschaft, omdat een relatief groot gedeelte van het groenareaal in beslag zal worden genomen door deze water partijen. (zie ook STAH-advies t.a.v. Midden II) Art. 7, 10, 11 en 16 Aanlegvergunningen m.b.t. beplanting Met de intentie van het plan om de beplanting in de voorschriften te beschermer kan - mede gelet op de doelstellingen van het structuurplan e.d. - van harte worden ingestemd. De betreffende regeling wordt echter nog onvolledig en onvol doende geacht voor bovengenoemd doel. De volgende aanbevelingen kunnen worden gedaan in lid 6 verbod niet beperken tot bomen; ook bestaande andere beplanting (bijv. hagen) kunnen van grote waarde zyn en ingevolge plandoelstellingen bescherming behoeven middels aanlegvergunningenstelsel. in voorschrift moet duidelijk worden gesteld wanneer aanlegvergunning wèl en wanneer niet zal worden verleend. "normaal onderhoud en beheer" is in dit verband een te vage en onduidelijke omschrijving, welke slechts aanvaardbaar is in relatie tot gedeeltelyke verwijdering van bepalnting t.b.v. onderhoud (snoeien, uitdunnen, enz.) voor alle overige ingrepen in beplanting moet aanlegvergunning vereischt blijven (dus lid 7 aanpassen). voor speeltuin, vryf sportbeoefening en beheer, elk 1 gebouwtje, doch by voorke te combineren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 443