2.3 Voorschriften
bij bijl. nr. 98 II
Wij geven cr de voorkeur aan de voorschriften van een bestemmingsplan als
volgt in te delen:
- bestemmingsbenaming
- doeleindenomschrijving
A voorschriften omtrent het gebruik van de grond voor bebouwing.
B voorschrilten omtrent het gebruik van de grond niet voor bebouwing
(ander gebruik);
C. voorschriften omtrent het gebruik van opstallen;
D. aanlegvergunningen.
Voor wat betreft de vorm van de voorschriften omtrent hel ander gebruik
hebben wij onze voorkeur laten blijken voor het met name noemen van de
verboden vormen van gebruik Vrijstellingsbepalingen zouden voor de nodige
soepelheid kunnen zorgen.
De Kroon heelt in haar uitspraken laten blijken, dat zij een algemeen
geformuleerd gebruiksverbod aanvaardbaar vindt, inits daaraan een algemeen
geformuleerde vrijstellingsbepaling wordt gekoppeld.
Het gaat hier om de volgende bepalingen:
"Het is verboden om de gronden te gebruiken in strijd met of voor een doel
strijdig met de bestemming (nadat deze is gerealiseerd)".
"Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling, indien strikte toepassing
van het verbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die
niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd".
Naderhand is de Kroon nog verder gegaan, door Ie bepalen, dat geen enkel
gebruiksverbod aanvaaidbaar is zonder de hiervoor aangehaalde vrijstellings
bepaling.
Ondermeer uit recente uitspraken van de Kroon blijkt dat zij niettemin
absolute gebruiksverboden wil aanvaarden, derhalve zonder de hiervoor
geformuleerde vrijstellingsbepaling. mits daarvoor een goede motivering is
gegeven en er gewichtige belangen in het spel zijn.
In beginsel moeten de gebruiksvoorschriften zijn voorzien van de hiervoor
vermelde algemene vrijstellingsbepaling. Ontbreekt deze. dan is dat voor de
Kroon vrijwel steeds aanleiding om aan de belreftende bepalingen goed
keuring te onthouden. Bij het opstellen van de planvoorschriften moet met
deze jurisprudentie rekening worden gehouden
Een algemeen gebruiksverbod. mcf' een vrijstellingsbepaling zullen wij
daarom aanvaarden. In dit verband wijzen wij op het belang van een goede
doeleindenomschrijving, daaruit zal voor de burger en voor het betrokken
overheidsorgaan kunnen blijken, welk gebruik als strijdig met de bestemming
valt aan te merken en waarom dus geen beroep kan worden gedaan op de
algemene vrijstellingsbepaling