bijl. nr. 99 ~3~ laatste datum heeft het voorbereidingsbesluit rechtskracht ver kregen. Op 22 augustus 1978 is door de Maatschap Elvago Werim de formele bouwaanvrage aangeboden. Bij de beoordeling, waarbij formele en materiële eisen waaraan een bouwaanvraag moet voldoen onderscheiden kunnen worden, bleek, dat aan de formele eisen niet werd voldaan. De bij de bouwaanvraag verstrekte gegevens waren dermate onvolko men, dat deze niet in behandeling kon worden genomen. De ontbre kende gegevens betroffen wezenlijke onderdelen, waardoor het plan niet ten volle kon worden beoordeeld. Derhalve is op 4 oktober 1978* besloten tot niet-ontvankelijk verklaring van de maatschap in haar aanvraag. Na de mededeling aan Elvago Werim van haar niet-ontvankelijk verklaring is door een medewerker van de maatschap een aantal nieuwe tekeningen aangebo den als aanvulling op de reeds behandelde bouwaanvraag. Deze moe ten beschouwd worden als een nieuwe bouwaanvraag, welke, gelet op het thans geldend voorbereidingsbesluit, volgens het bepaalde in artikel 50, lid 2 van de woningwet dient te worden aangehouden. Niettemin kan ingevolge lid 8 van dat zelfde artikel van de woning wet, indien het plan niet strijdt met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan en vooraf van gedeputeerde staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen, de vergunning verleend worden. Het is juist, dat bij voorgenomen bouwplannen voorbesprekingen plaatsvinden aan de hand van schetsontwerpen. Deze voorbesprekingen waren in dit geval nog niet afgerond. Hoewel de welstandscommissie in beginsel kon instemmen met het volume en de situering van het bouwplan meende zij, dat er nog veel architectonische problemen niet opgelost waren. Het heeft nooit in de bedoeling gelegen door het nemen van een voorbereidingsbesluit het bouwplan van Elvago Werim geen doorgang te laten vinden, voorop gesteld dat de functie in overeenstemming is met het gemeentelijk beleid. Het voorbereidingsbesluit moet dienen om ontwikkelingen die in strijd zijn met het gemeentelijk beleid te voorkomen. In het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Tramsingel krijgt het onderhavige perceel de bestemming doeleinden van handel en bedrijf geen detailhandel zijnde, uitgezonderd detailhandel in volumineuze goederen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 475