bijl. nr. 100 -2- eventueel de taak van de betrokken Nederlandse gemeenten op dit gebied te kunnen verlichten. Er zou overleg kunnen worden gepleegd met de specialisten van een drietal Zweedse gemeenten, waar gedurende de laatste jaren moderne installaties zijn gerealiseerd. Het ging hier dus niet om aquisitieve activiteiten van particuliere ondernemingen. Uit de uitnodiging bleek voorts, dat het tijdsbeslag op de leden van de delegaties van korte duur zou zijn (met inbegrip van een zondag) en dat de kosten voor de betrokken gemeenten van be perkte omvang zouden zijn. Het is uiteraard moeilijk nut en waarde van een dergelijke studie reis objectief te meten. De uitnodiging bood perspectief op ver breding van de oriëntatie op problemen rond stadsverwarming, re den waarom gemeend werd aan de uitnodiging gevolg te mogen ge ven. Aldus werd ook besloten door de tien andere Nederlandse gemeen ten. 2. Ongetwijfeld zijn, zoals onder 1 gesteld, nut en waarde van een dergelijke studiereis moeilijk te meten en zullen deze voor elke deelnemer anders zijn. Het studiebezoek is in ieder geval ervaren als een verdieping en verbreding van het inzicht met betrekking tot het onderwerp stadsverwarming. Van belang was ook, dat eigen inzichten konden worden getoetst aan de ervarin gen van anderen. 3. Toezending van een verslag aan de commissie bedrijven kan worden toegezegd; zo daaraan behoefte blijkt te bestaan kan het verslag in die commissie worden besproken. 4. Gelet op het vorenstaande kan naar onze mening beantwoording van deze vraag achterwege blijven. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 11 januari 1979). De heer van Asseldonk:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 492