aan de raad der
gemeente Breda
14-2-1979
SD/42432 Bijlage nr. 113
Voorstel van burgemeester en wethou
ders met betrekking tot de 3e nota
bejaardenhuisvesting.
In september 1973 verscheen het eerste deel van de nota bejaarden
huisvesting, vervolgens werd in mei 1974 het tweede deel gepresen
teerd. Beide nota's, opgesteld door de projectgroep bejaardenhuis
vesting, zijn behandeld en vastgesteld in de raad der gemeente
Breda.
Thans ligt voor U het derde deel van de nota bejaardenhuisvesting.
In deze nota staan 3 punten centraal, te weten:
- een evaluatie naar de invloed van de eerdere nota's bejaarden
huisvesting op het door de gemeente en de woningbouwverenigingen
gevoerde beleid op het terrein van de bejaardenhuisvesting.
- een vergelijking/toetsing van de tot nu toe door de gemeente
Breda en door het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschap
pelijk Werk gehanteerde normen met betrekking tot het aantal be
jaarden dat opname in een verzorgingstehuis of aangepaste zelf
standige huisvesting behoeft.
- een onderzoek naar de (theoretische) mogelijkheden om in het be
staande tekort aan bejaardenwoningen te voorzien, ten einde aan
grijpingspunten te verkrijgen voor een meer planmatig en gericht
beleid om in dit tekort te voorzien.
Het bovenvermelde karakter van deze nota komt niet overeen met het
in het voorwoord van de tweede nota bejaardenhuisvesting gestelde,
dat aansluitend op dit tweede deel een beleidsnota over de dienst
verlening in ruime zin en de dienstverlening in relatie tot de
huisvesting zou moeten worden samengesteld.
Wij zijn van mening dat het uitbrengen van een derde deel van de
nota bejaardenhuisvesting, waarin vorengenoemde punten centraal
staan, in dit stadium uit practische overwegingen de voorkeur ge
niet boven het samenstellen van een nota, waarin de dienstverle
ning centraal staat. Dit vindt mede zijn oorzaak in de omstandig
heid dat door de gemeente op niet al te lange termijn een plan en
programma moet worden opgesteld in het kader van de rijksbijdrage-