bijl. nr. 113 _4_ - de inbreng van bejaarden op hen (specifiek) rakende terrei nen is reeds in belangrijke mate verwezenlijkt. In dit ver band kan worden gememoreerd dat 2 bejaardenbonden zijn ver tegenwoordigd in het bestuur van de Stichting Bejaardenwerk Breda Zoals bekend heeft genoemde stichting een coördinerende en uitvoerende taak ten aanzien van activiteiten, welke van di rect belang zijn voor het welzijn van bejaarden. Bovendien functioneert binnen de stichting een orgaan be staande uit vertegenwoordigers van binnen-gemeentelijke c.q. wijk-afdelingen van de verschillende bejaardenbonden in Bre da, welke het bestuur adviseert. - het verlenen van een categorale vorm van inspraak aan bejaar den is in vele gevallen niet nodig: bejaarden kunnen hun oordeel en hun belangen tot uitdrukking laten komen in de nu gehanteerde inspraakprocedures. Begeleidingscommissie van het Centraal Registratiebureau. Blijkens de reactie van deze commissie verkeert men in de veronder stelling dat het in de tweede nota bejaardenhuisvesting gedane voorstel om 25% van de 2- en 3-kamerwoningen, welke vanuit bouw technisch oogpunt feitelijk als bejaardenwoningen kunnen worden aangemerkt, te reserveren voor en toe te wijzen aan bejaarden, in deze nota wordt gehandhaafd. Dit is echter niet c.q. slechts ten dele juist. In onderhavige nota wordt voorgesteld, afhankelijk van het tekort aan niet-ge- kwalificeerde bejaardenwoningen, per wijk vast te stellen welk percentage kleine geschikte 2- en 3-kamerwoningen aan bejaarden moet worden toegewezen. Overigens betekent dit in de praktijk voor woningbouwverenigingen en gemeente slechts weinig verschil met de 25%-regeling. De reactie vermeldt dat het Centraal Regi stratie Bureau, het Gemeentelijk Woningbedrijf en de Woningbouw vereniging St. Joseph akkoord gaan met de 25%-regeling. Bij de twee laatstgenoemde instanties wordt hier in de praktijk reeds naar gewerkt. De woningbouwvereniging St. laurentius en de Alge mene Woningbouwvereniging hebben er geen bezwaar tegen de genoem de 25% als uitgangspunt te nemen, maar willen zich niet vastleggen op dit percentage. Wij zijn van mening dat, zoals ook de nota stelt, het niet(willen) reserveren van een vast percentage 2- en 3-kamerwoningen door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 532