gemeente Breda
BIJ BIJLAGE NR.113
De raad der gemeente Breda;
gelezen de derde nota bejaardenhuisvesting;
kennis genomen hebbende van de reacties van instellingen;
gelet op het advies van de commissie voor advies en bijstand van
sociale zaken, volksgezondheid, woningtoewijzing en coördinatie
welzijnsbeleid
besluit
I. Uit te spreken als algemene intentieverklaringen:
1Bij de beoordeling van toekomstige plannen met betrekking
tot verzorgingstehuizen in Breda dient bij het Ministerie
van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk te worden
gepleit voor een genuanceerde benadering van de door dit
ministerie gehanteerde 7$ norm, zolang uit de gegevens van
de indicatiecommissie bejaardenoorden niet is gebleken dat
genoemde norm aansluit op de plaatselijke (en/of regionale)
behoefte aan verzorgingsbedden.
2. De gemeente Breda dient in zijn huisvestingsbeleid met be
trekking tot bejaarden uit te gaan van de norm, dat 20$ van
de bejaarden aangepaste zelfstandige huisvesting c.q. een
bejaardenwoning behoeft.
3. Voor wat betreft de verhouding tussen de verschillende typen
bejaardenwoningen dient de volgende verdeelsleutel nage
streefd te worden:
50$ niet-gekwalificeerde bejaardenwoningen: 25$ gekwalifi
ceerde categorie A. bejaardenwoningen: 25$ gekwalificeerde
categorie B. bejaardenwoningen.
IITer effectuering van een op bovenvermelde normen gebaseerd be
leid in te stemmen met een nadere uitwerking van de navolgen
de beleidsvoornemens door het college van burgemeester en wet-
houders