bij bijlage nr. 113
lijk getracht te worden om met eigenaren/beheerders over
een te komen dat
a. een bepaald percentage van deze woningen, afhankelijk
van de wijk waarin het woningbouwproject wordt verwezen
lijkt, wordt toegewezen aan bejaarden, na voorafgaand
advies van de adviesfunctie bejaardenhuisvesting.
b. de onder a. bedoelde woningen bij voorrang worden toege
wezen aan Bredanaars dan wel bejaarden met een evidente
sociale binding met Breda (het begrip sociale binding
zal daarbij nog nader omschreven en uitgewerkt dienen
te worden)
Het bovenstaande zal (mede) een rol dienen te spelen bij de
keuze van het instituut aan wie de grond wordt verkocht.
2. De mogelijkheid tot het realiseren van een verzorgingste
huis in Breda dient te blijven gehandhaafd omdat op langere
termijn vanwege renovaties van bestaande tehuizen (hetgeen
resulteert in een vermindering van de verzorgingscapaciteit)
en/of bijstelling van de 7$ norm de noodzaak van een nieuw
verzorgingstehuis niet moet worden uitgesloten. Vanuit het
oogpunt van spreiding van bejaardenvoorzieningen in de stad
is de nieuwbouw van een bejaardenoord het meest gewenst in
Breda-Noord.
3. Vanwege de beperkte bouwmogelijkheden voor bejaardenwo
ningen elders in de stad dient te worden gestreefd naar het
realiseren van meer niet-gekwalificeerde en gekwalificeerde
categorie A bejaardenwoningen op onbebouwde terreinen in de
wijken Centrum, Noord c.q. de Hoge Vucht en de Haagse Beem
den, dan op grond van de berekende behoefte voor deze wijken
nodig zou zijn.
4. Indien mettertijd blijkt dat renovatie van het verzorgings
tehuis Maria Mediatrix met annexe bejaardenwoningen niet
mogelijk is, dient te worden gestreefd naar het doen (her)
bouwen op dit terrein van een complex gekwalificeerde cate
gorie A en/of categorie B bejaardenwoningen in combinatie
met een dienstencentrum.