regionale centra - in tegenstelling tot de bedoeling - het maatschappelijk isolement van de woonwagenbewoners eerder versterkt dan verminderd hebben, is van rijkswege enige jaren gelegen het zogenaamde "decentralisatiebeleid" geëntameerd. Dit beleid houdt in dat de standplaatsen niet geconcentreerd worden op een regionaal centrum in één gemeente, maar ver spreid moeten worden over de gemeenten: de aan dit beleid ten grondslag liggende wijziging van de woonwagenwet schrijft voor dat in principe elke gemeente een woonwagencentrum moet inrichten. De aan de gemeenschappelijke regeling van het Woonwagenschap Breda deelnemende gemeenten hebben ongeveer twee jaar geleden een spreidingsplan voor woonwagenstandplaatsen over de regio aangenomen, dat is vastgelegd in een door Uw raad goedgekeurde wijziging van de gemeenschappelijke regeling de dato 12 mei 1977. Vanwege bestuurlijke en procedurele beslommeringen in de con tacten met de provincie en het ministerie (o.a. in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) is de uitvoering van het spreidingsplan nogal vertraagd. Van de kant van het Woonwagenschap wordt thans met de nodige voortvarendheid gewerkt aan de totstandkoming van centra in haar rechtsgebied. Het Woonwagenschap heeft meegedeeld dat dit jaar naar verwach ting in totaal 21 standplaatsen zullen worden gerealiseerd: in Oosterhout (12), Terheijden (5) en Teteringen (4). In de gemeente Etten-Leur zal waarschijnlijk medio 1980 een centrum van 10 standplaatsen aangelegd zijn. Te Uwer informatie stellen wij U op de hoogte van een geactua liseerd spreidingsplan (Bijlage III). Naar de in de aanleiding vermelde brief neergelegde mening van het Woonwagenschap biedt het contingent van 21 standplaatsen dit jaar te weinig soulaas voor een verbetering van het woon-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 653