bijl. nr. 139 g
c. schildergereeedschappencompressoren en hete-lucht-ka-
nonnen te bewaren en/of te repareren.
Vanaf begin 1977 heeft Mermans zijn inrichting uitgebreid/
gewijzigd zonder de daarvoor vereiste Hinderwetvergunning.
De onderhavige uitbreiding/wijziging had betrekking op de
opslag van 5.000 kg verf, de opslag van ledige al dan niet
gebruikte vaten, de opslag van steigermateriaal, alsmede
de opslag van 2 x 1.200 liter petroleum bovengronds.
Ad 2. Het uitgebreide/gewijzigde gedeelte van de inrichting is
gedeeltelijk zonder vergunning in werking. De door Mer
mans daarvoor gevraagde vergunning is door ons op 23 maart
1977 geweigerd. Het daarop betrekking hebbende besluit is
door de Kroon in beroep gewijzigd in die zin, dat voor een
gedeelte van de betreffende uitbreiding/wijziging alsnog
vergunning is verleend.
Ad 3. Tot onmiddellijke sluiting van een inrichting of een ge
deelte daarvan kan slechts worden overgegaan indien naar
het oordeel van het gemeentebestuur sprake is van levens
gevaar of onduldbare hinder voor de omgeving.
Wij zijn van oordeel dat deze omstandigheden zich in het
onderhavige geval niet voordoen.
Ad 4. Uit het vorenstaande kan worden afgeleid, dat wij sedert
begin 1977 op de hoogte zijn van de door U genoemde feiten.
Door ons is op 23 maart 1977 besloten het instellen van
beroep en alsdan de uitspraak van de Kroon af te wachten
alvorens de maatregelen te nemen die tot sluiting van het
gedeelte van de inrichting moeten leiden.
Door Mermans werd bij de Kroon beroep ingesteld tegen ons
besluit tot weigering van de gevraagde vergunning.
Bij Koninklijk Besluit van 4 december 1978 webd op het in
gestelde beroep afwijzend beslist.
Er is thans een onderzoek gaande om vast te stellen welke
onderdelen van de inrichting in strijd met de verleende
(gewijzigde) vergunningen, dan wel zonder vergunning in
werking zijn. Dit onderzoek is nagenoeg afgesloten, waarna
beoordeeld zal worden of en zo ja welke maatregelen moeten
volgen om tot gedeeltelijke sluiting van de inrichting te
geraken