bijl.nr. 139 _1Q_
van Noord-Brabant ten aanzien van de naar zijn oordeel ten
deze verantwoordelijke instantie. Zoals U uit ons ant
woord op Uw volgende vraag moge blijken is het gestelde
in dit artikel onvolledig en eenzijdig. Bovendien zijn
wij van oordeel, dat de weergegeven conclusies niet ge
heel juist zijn.
Ad c. Met betrekking tot de spreiding van de verschillende
vormen van verantwoordelijkheden in deze over de ver
schillende instanties geven wij U het volgende overzicht.
a. Wet op de bejaardenoorden:
- Provinciale staten:
Het stellen van regelen ten aanzien van bejaar
denoorden (artikelen 7, 8 en 8a).
Provinciale staten van Noord-Brabant hebben ter
voldoening hieraan bij besluit van 9 april 1964
vastgesteld de Verordening op de bejaardenoorden
in de provincie Noord-Brabant 1964. Deze ver
ordening is op 1 september 1964 in werking ge
treden. Met betrekking tot de veiligheid van
bejaardenoorden bepaalt artikel 17 van deze ver
ordening het volgende: De houder van een be
jaardenoord dient in zijn inrichting alle voor
zieningen en maatregelen te treffen, welke ter
voldoening aan redelijkerwijze te stellen vei
ligheidseisen noodzakelijk te zijn.
- Gedeputeerde staten:
1Bevoegd nadere regels te stellen onder meer
ten aanzien van artikel 17 van
voornoemde provinciale verordening. Voor zo
ver dit onzerzijds bekend is, is van deze be
voegdheid tot op heden geen gebruik gemaakt.
2. Indien de wijze van huisvesting of verzorging
van bejaarden in een inrichting daartoe aan
leiding geeft kunnen gedeputeerde staten ver
klaren, dat de inrichting voor de toepassing
van het bepaalde bij of krachtens deze wet