aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 162
IZ/-
13-6-1979
Antwoorden op door raadsleden
gestelde vragen
VRAAG (gesteld ingevolge artikel 40, 2e lid R.v.O.)
de heer Garritsen
1Kan het college mededelen of er besprekingen plaatsvinden
over de verdere invulling en concretisering van het struc
tuur- en verkeerscirculatieplan voor de binnenstad?
2. Is het college bereid aan te geven in welk stadium deze be
sprekingen verkeren, met wie deze besprekingen gevoerd worden
en wat de resultaten zijn van het tot nu toe gevoerde overleg?
3. Is het college met ons van mening dat de binnenstadbewoners
op geen enkele reële wijze betrokken zijn geweest bij het
tot stand komen van de binnenstadsplannen, vooral waar het
gaat om het al dan niet bouwen van nieuwe parkeergarages en
kantoren in de binnenstad?
4. Indien vraag 3 bevestigend wordt beantwoord, is het college
dan bereid alsnog een structuur- en verkeerscirculatieplan
ter discussie te stellen?
5. Onderschrijft het college nog steeds dat: "Beleidsvoornemens
die de belangen van de burgers raken dienen kenbaar gemaakt
te worden op een tijdstip, waarop nog zinvol over alternatieven
gesproken kan worden" zoals vermeld wordt in de nota over
inspraak?
6. Indien vraag 5 bevestigend beantwoord wordt, is het dan niet
noodzakelijk dat met name de binnenstadbewoners betrokken
worden bij de besprekingen die gevoerd worden?
7. Is het Uw college bekend dat er een regelmatig overleg is
tussen wijk- en bewonerscomitees uit de binnenstad?