donderdag 22 februari 1979. Vanaf die datum lagen het verzoek en de bijbehorende stuk ken op het stadhuis ter inzage. Ja. Zie tevens het antwoord op vraag 1. Het is ons college bekend, dat de betreffende bescheiden op een bepaald moment niet meer ter inzage zijn verstrekt. Dit was een gevolg van het feit, dat gelet op de inhoud van de aanvraag in dit bijzondere geval voor alle zekerheid - op het moment dat voor de bescheiden belangstelling werd getoond bij de aanvrager werd geïnformeerd naar de mate waarin de ge gevens uit de aanvraag geheim waren. Het bleek, dat de aan vrager er geen enkel bezwaar tegen had dat bekend werd dat er in het onderhavige gebouw wapens en munitie zou worden opgeslagen. Doch hij was er zich onvoldoende van bewust geweest, dat naast de gegevens vermeld in het aanvraagformu lier ook alle daarbij behorende bescheiden gedurende de ter mijn waarbinnen een aanvraag openbaar is ter inzage moeten worden verstrekt. Het ter inzage geven van slechts een gedeelt der bescheiden is naar onze opvatting niet toegestaan. Het aan het publiek verstrekken van alle stukken stuitte bij de aanvrager echter op onoverkomenlijk bezwaar. Vandaar dat hij die aanvraag op hetzelfde moment introk ten einde middels een bijzondere procedure, welke is voorzien in de Hinderwet, de benodigde vergunning te verkrijgen. Nadat het verzoek tot intrekking was gedaan, hetgeen aanvanke lijk mondeling geschiedde doch nadien schriftelijk is bevestig konden en mochten de betreffende gemeente-ambtenaren niet anders handelen. Alhoewel het - zoals U zult begrijpen - niet gebruikelijk is, dat een administratieve procedure op een dergelijke wijze wordt onderbroken menen wij, dat, gelet op het feit dat de aanvrager van een vergunning - hetzij mondeling hetzij schrif telijk - zijn verzoek op elk door hem gewenst moment buiten behandeling kan doen stellen hetgeen tot gevolg heeft dat de daarop betrekking hebbende stukken vanaf dat moment niet meer openbaar zijn, er bestuurlijk niet onbehoorlijk is gehandeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 777