bij bijl. nr. 184
dat de gemeente en de PNEM een overeenkomst hebben aangegaan
inzake de realisering van stadsverwarming onder meer m.b.t.
een groot deel van het aan Breda toe te voegen gebied;
dat de PNEM mede gelet op de gemaakte afspraken in het kader
van de warmtevoorziening van het betreffende gebied, zich bereid
heeft verklaard tot het treffen van een regeling, als bedoeld
in artikel 7 van de hiervoor genoemde wet, voor de distributie
en levering van elektrische energie;
Verklaren te zijn overeengekomen, als volgt:
Artikel 1
1. De distributie en levering van elektrische energie in het
bij de hiervóór genoemde wet aan de gemeente Breda toege
voegde gebied worden te rekenen van 1 april 1979 verzorgd
door de gemeente.
In het gebied gelegen ten oosten van de spoorlijn Breda-
Rotterdam, aangesloten via de transformatorstations Klein
Overveld, Bredestraat en Grintweg (aangegeven op PNEM-teke-
ning, blad L 1038 vak R 1395), wordt de distributie en le
vering van elektrische energie tot uiterlijk 1 januari 1985
door de PNEM verzorgd.
2. De levering en gros van de elektrische energie, die de ge
meente ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde gebied
nodig heeft, geschiedt door de PNEM conform de bepalingen
van de tussen partijen gesloten stroomleveringsovereenkomst
d.d. 4 januari 1930, zoals deze thans luidt of in de toe
komst zal komen te luiden.
Artikel 2.
De PNEM draagt te rekenen van 1 april 1979 in eigendom over
aan de gemeente die in eigendom aanvaardt in de staat waarin
zij zich bevinden:
I de elektriciteitsnetten in het gebied Gageldonksestraat-
Kesteren - Burgtsedreef - Achter Emer - Rietdijk aangegeven
op PNEM-tekening blad L 1038 vakken R 1447, 1448 en 1396,
deel uitmakende van de overeenkomst;