bij bijl. nr. 186
Artikel 5.
1
De secretaris is, met inachtneming zowel van de
desbetreffende bepalingen van het algemeen ambtena
renreglement en de op basis van dit reglement ge
troffen nadere regelingen als van het door de raad
en door burgemeester en wethouders vastgestelde be
leid met betrekking tot personeel en organisatie, be
voegd personele en functionele wijzigingen aan te
brengen in de secretarie-organisatie indien een doel
matig functioneren van de secretarie dit zijns in
ziens nodig maakt, een en ander voor zover aan de
wijzigingen geen budgetoverschrijdende konsekwen-
ties zijn verbonden.
2.
De secretaris is bevoegd, binnen het kader van de door de
raad en door burgemeester en wethouders daartoe' gestelde
of te stellen regelen, personeel ter secretarie te
benoemen danwel de benoeming van personeel ter
secretarie voor te bereiden.
3.
De secretaris betrekt, bij de uitoefening van de
in het eerste en tweede lid van dit artikel genoem
de bevoegdheden, de desbetreffende afdelingschefs.
4.
De secretaris informeert tijdig zijn medewerkers
over die zaken welke hen individueel danwel collec
tief raken.
5.
De secretaris is bevoegd tot het - doen - instel
len van maatregelen gericht op de controle van de
doelmatigheid van handelen van zijn medewerkers;
een en ander onverminderd de plicht van de comp
tabele met betrekking tot de controle op de doel
matigheid bij de verwerving en de besteding van
geldmiddelen voor en door de secretarie.