-5- bijl. nr. 186 De bevoegdheid genoemd in het vijfde lid van artikel 4 vloeit voort uit hetgeen bepaald is in het in dit lid vernoemde reglement. Dit reglement is opgenomen in het "Gemeenteblad van Breda", rubriek 1-64, nr. 1466. Het gestelde in het zesde lid van dit artikel, vloeit voort uit de taak genoemd in het zesde lid van artikel 2. Met hetgeen hier is gesteld wordt de inhoud van onze brief aan de leden van Uw raad van 23 januari''1974, nr. Seer. /23045 niet beknot. De bevoegdheid, genoemd in het zevende lid van artikel 4, moet onzes inziens de gemeentesecretaris worden toegekend opdat hij zijn functie en met name zijn taken welke hiervoor zijn genoemd kan vervullen. Het gestelde in het achtste lid van dit artikel vloeit voort uit de taak genoemd in het zevende lid van artikel 2. Artikel 5. De bevoegdheden en plichten in artikel 5 genoemd hebben betrekkirg op de taken van de secretaris als hoofd van de secretarie. Het eerste lid van dit artikel omschrijft de in de loop der jaren gegroeide situatie. De inhoud kan worden geïnterpreteerd als een voorzichtige aanzet tot een vorm van delegatie - aan de secretaris en de andere hoofden van dienst - van bevoegdheden ten aanzien van personeel en organisatie. Bij het tweede lid van artikel 5 past dezelfde toelichting als bij het eerste lid. De plichten, genoemd in het derde en vierde lid van dit artikel, spreken in deze tijd van democratisering van het leidinggeven voor zichzelf. De bevoegdheid, geregeld in het vijfde lid van dit artikel hangt samen met de onlangs door Uw raad vastgestelde aanvulling van de "verordening organisatie van het financieel beheer van de gemeente"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 875