bijl.nr. 197 -2-
Over de overschrijding van het toelaatbaar geachte percentage heb
ben wij contact opgenomen met het ministerie van binnenlandse za
ken (zie onze brief van 15 december 1978 F/2/37650).
Op 30 maart 1979 is door het voornoemd ministerie, telefonisch
medegedeeld, dat de verhoging van de schoolgeldtarieven stedelijke
muziekschool met 7geen bezwaren ontmoet.
Indien Uw raad akkoord gaat met de in bijgaande ontwerp-verordening
opgenomen tarieven kan een opbrengst worden verwacht van
391.033,-
Deze opbrengst is als volgt onder te verdelen:
opbrengst uit algemene muzikale vorming 35-000,
vocaal- en instrumentaal onderwijs - 3^9-528,
koor- en orkestklassen - 1.005,
harmonie- en fanfarecursussen - 5-500,
Een exemplaar van de thans vigerende verordening, waarin met rood
de voorgestelde tarieven zijn opgenomen, is ter visie gelegd.
Bij wet van 14 september 1978 (Stb. 465) zijn in de wet op de in
komstenbelasting 1964 (Stb. 519) wijzigingen aangebracht met be
trekking tot de kinderaftrek. In de U thans aangeboden ontwerp
verordening is met betrekking tot de bepalingen inzake de belas
tingplicht, rekening gehouden met voornoemde wetswijziging.
De ontwerp-
artikel 1
artikel 2
artikel 3
artikel 4
artikel 5
artikel 6
■verordening kan als volgt worden toegelicht:
bepaalt waarvoor de belasting is verschuldigd;
wijst aan wie belasting moet betalen;
geeft het begin en het einde van het schoolgeldjaar aan
in verband met de aanslagregeling en de te verlenen
reductie en ontheffing is het schoolgeldjaar in be
paalde schoolgeldkwartalen verdeeld;
verplicht tot het opleggen van aanslagen per kwartaal;
noemt de tarieven;
bepaalt in welke gevallen het schoolgeld wordt vermin
derd;
in de volgende gevallen is het verlenen van reductie
mogelijk:
- als een leerling meer dan één les volgt;