bii bijl. nr. 197 -2- 97 2. Pleegouderlijke zorg treedt te dezen opzichte in de plaats van de ouderlijke macht of de voogdij van de vader of moeder. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor onderhoud en opvoeding van het kind van anderen, als ware het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. 3. Indien met toepassing van de vorige leden geen schoolgeldplichtige kan worden aangewezen, wordt van de leerling zelf het schoolgeld geheven. tschool g geheven. achtde seder al- stande dat aar echt- is; sijn va- met dien 3 en niet lie echt- Bei astingj aar Artikel 3. 1. Het schoolgeldjaar is gelijk aan het schooljaar en vangt aan op 1 oktober en eindigt op 30 september. 2. Het schoolgeldjaar is verdeeld in de volgende schoolgeldkwartalen: - het eerste kwartaal van 1 oktober tot en met 31 december - het tweede kwartaal van 1 januari tot en met 31 maart - het derde kwartaal van 1 april tot en met 30 juni - het vierde kwartaal van 1 juli tot en met 30 september. 3. De omstandigheden bij het begin van het schooljaar zijn bepalend voor de heffing van het schoolgeld. Wordt een leerling in de loop van het schoolgeldjaar ingeschreven, dan treedt te zijnen aanzien het tijdstip van inschrijving voor het begin van het schoolgeld jaar in de plaats. Wijze van heffing. Artikel 4, Het schoolgeld wordt bij wege van aanslag geheven. De aanslagen worden per kwartaal opgelegd. jke macht )ch voor begin eerste ïkomsten- iten of ■aftrek Tarief. Artikel 5. Het schoolgeld bedraagt per ingeschreven leerling per schoolgeldjaar bij één les per week voor: I. individueel onderricht in solozang, theoretische en instrumentale vakken bij een lesduur van 60 minuten 900,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 934