-10- staatje irogramma op van de nota ilijke Hoofd ;uur. t de is opgenomsi n 30.000 n gerea- 23.000 Le dat 1 ca. cort. .650 is, Le kan >ntwik- mog tot bijl. nr. 200 21.500 woningen (de nota houdt ten onrechte geen rekening met 1.500 woningen, gerealiseerd in de jaren 1975-1977; dit heeft tot gevolg dat in 1980 geen 7.000, maar 8.500 woningen zijn gerealiseerd in mindering op de genoemde 30.000) In deze periode omvat het bouwprogramma van Breda niet 9.050 woningen zoals in bovenstaand staatje is'aangegeven, doch 12.000. In de Verstedelijkingsnota wordt trouwens niet voor niets gest'eld, dat Breda in de eerstkomende 10 jaren minstens 10.000 woningen moet bouwen. Wij be-? schouwen het in dit licht nog steeds als onze taak om de Haagse Beemden -eerste en tweede fase- tot ontwikkeling te brengen 9.000 woningen) alsmede de woonfunctie van de Binnenstad te versterken 2.000 woningen). Ten aanzien van de derde fase van de Haagse Beemden 1.200 woningen) zijn wij van mening dat er -gelet op de aard van- de besluitvorming tot op heden en de eigen woning-behoefte (ook na 1987 nog 600 per jaar) -geen enkele aanleiding bestaat de besluitvorming van de gemeente ten aanzien van die fase tè herzien. Wij menen dit met des te meer nadruk te moeten stellen, enerzijds omdat deze fase deel uitmaakt van een reeds goedgekeurd struc tuurplan en anderzijds omdat wij het onjuist achten dat deze fase in competitie wordt gebracht met potentiële bouwlokaties elders, die tot op heden nauwelijks of niet zijn afgewogen met betrekking tot landschappelijke, infra structurele en andere in dit verband van belang zijnde facetten. Met instemming hebben wij hier kennis genomen van het".onder "bouwlokaties" gestelde in het advies van de St.A.R. (pag. 5.). ;e mening ;snota ,r circa Op grond van het bovenstaande komen wij tot de volgende conclusies: a. De beleidsruimte in de regio Breda bedraagt geen 5.400, doch 950 woningen, terwijl b. de totale beleidsruimte -in het Streekplanproject ge definieerd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 959