-5-
in de
het
et behou-
heeft
en zijn in
reekplan-
iet
kernen
plaats-
gging van
in Breda
er voor
o na-
gemeente
op dat
overige
adsgewest
het plan
or de
l) voor
be Zeven-
iiet in
;nte
cent)
ia
provincis
sse 3
dan
bij bijl. nr. 200
-6-
blz. 61Met betrekking tot de bouwplaatsen (paragraaf
8.4.3.2.) zijn wij het niet eens met de conclusie
dat Bavel/de Bunder in een vergevorderd stadium
van planvoorbereiding zou zijn. Van een mogelijke
bouwplaats van 2.000 woningen zijn slechts
ca. 600 woningen opgenomen in de restcapaciteiten.
blz. 63; Zoals reeds eerder opgemerkt stelt het Stadsge
west zich duidelijk op achter het beleid van de
gemeente Breda inzake de filosofie van de Haagse
Beemden.
Wij merken hierbij nogmaals op dat dit in strijd
lijkt met hetgeen gesteld is op bladzijde .46
over de randgemeenten als zijnde geen suburbane
kernen.
blz. 70; Ten aanzien van het gestelde op pag. 70 met betrek
king tot de doortrekking van de A58 is het duidelijk,
dat hier een voor Breda onaanvaardbaar standpunt
wordt ingenomen.
De onhoudbaarheid van de toestand op de zuidelijke
rondweg wordt niet genoemd, aan het concrete
standpunt van de minister van verkeer en waterstaat
ten aanzien van mogelijke alternatieven wordt voor
bijgegaan en de indruk wordt gewekt als zou het
zoeken naar alternatieven niet leiden tot verder
-onaanvaardbaar- tijdverlies.
blz. 71J Het Stadsgewest vindt, en wel in duidelijke tegen
stelling tot het Streekplan-project, dat er een
tracé voor een spoorwegverbinding Breda-Gorinchem-
Utrecht gereserveerd dient te blijven.
Door de gemeente Breda is weliswaar nooit gesteld
dat deze spoorlijn er niet meer behoefde te komen,
maar men heeft zich er in het verleden bij neer
gelegd, dat de spoorlijn er wel nooit zou komen.
In het pré-advies wordt dit nog eens benadrukt