aan de raad der gemeente Breda 23-5-1979 St/2/48026 Bijlage nr. 201 Voorstel van burgemeester en wet houders tot instemming met de aanpak op korte en lange termijn van de problematiek m.b.t. peri fere detailhandelsvestigingen en tot het nemen van voorbereidings- besluiten voor verspreide gebieden. Algemeen In het verleden toen de oude woningwet van 1901 nog gold, werd alleen voor die gebieden die buiten de bebouwde kom en in de toekomst voor bebouwing in aanmerking kwamen een uitbreidings plan vastgesteld. Deze regeling gaf alleen aan wat gebouwd mocht worden. Het gebruik van reeds gerealiseerde bebouwing werd niet geregeld De destijds reeds vanuit de historie bebouwde gebieden, behorend tot de bebouwde kom waren niet geregeld in deze uitbreidings plannen. Voor een groot aantal plannen zijn in Breda in oktober 1970 gebruiksregelingen ingevoerd. Bovendien zijn in juni 1974 voor een groot aantal bestemmingsplannen c.q. regelingen detail handelsverboden ingevoerd. Het nog steeds ontbreken van bestemmingsplannen cf. de wet op de ruimtelijke ordening (in werking getreden 1 augustus 1965) voor gedeelten van Breda heeft ondanks het voorgaande nog een groot aantal gebieden onbeschermd gelaten. Deze gebieden, waar momenteel geen bestemmingsplan van kracht is (zgn. "witte vlekken") of verouderde bestemmingsplannen/ regelingen gelden, bieden t.a.v. vestigingen, die als ongewenst worden beschouwd, onvoldoende bescherming. E.e.a. heeft ertoe geleid dat in de loop der jaren zich ont wikkelingen in deze gebieden hebben voorgedaan, welke bedenke lijk te noemen zijn. Recentelijk heeft dit bijvoorbeeld gespeeld aan de Tramsingel Elvago/Werim

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 983