aan de raad der gemeente Breda F/2/67704 14-5-1980 In onze mededeling van 14 maart j.l. inzake ontwikkelingen met betrekking tot de financiële positie voor 1980 en volgende jaren hebben wij U reeds geïnformeerd over de gevolgen voor het gemeentefonds van de door het rijk voor genomen beperking van de overheidsuitgaven van 3 miljard in 1980. Voor het gemeentefonds komt dit neer .op een structurele beperking van 233 miljoen, waardoor de tegen valler voor Breda kan worden berekend op 2 miljoen. Bij de reeds genoemde mededeling aan Uw raad (14 maart j.l.) is tevens een kopie toegezonden van de brief van 'de V.N.G. d.d. 29 februari 1980 gericht aan de tweede kamer der Staten-GeneraalOp de pagina's 2 en 3 van die brief is uiteengezet, dat het aandeel wat de gemeenten moeten leveren in de beperking van de overheidsuitgaven van 3 miljoen, onevenredig zwaar wordt geacht. Hoewel eerst later bekend is geworden dat voor 1980 - der halve éénmalig - de verlaging van het gemeentefonds kan worden teruggebracht met 82 miljoen tot 151 miljoen, in verband met nominale ontwikkelingen, heeft ons college toch besloten te blijven uitgaan, ingaande 1980, van nood zakelijke structurele bezuinigingen tot genoemd bedrag van circa 2 miljoen. Een van de belangrijkste overwegingen die bij deze beslis sing een rol heeft gespeeld, is dat de tegenvaller struc tureel doorwerkt naar volgende jaren en structurele Bijlage Voorstel van burgemeester en wethouders inzake wij ziging van de begrotingen 1980 van algemene dienst, diensten, bedrijven en bestuurscommissies als gevolg, van bezuinigingen op de uitkeringen uit het gemeentefonds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1028