bijl. nr. 243 Genoemde directie is bij de toetsing van bouwplannen gehou den aan de criteria die de staatssecretaris van volkshuis vesting en ruimtelijke ordening stelt en die een uitvloeisel zijn van de noodzakelijke bezuinigingsmaatregelen van de regering in het kader van bestek '81. Voor de criteria die daarbij worden gehanteerd mogen wij verwijzen naar de brief van de H.I.D. d.d. 21 maart 1980, kenmerk 0321700*. Men is wel bereid om medewerking te verlenen aan de realise ring van dit bouwplan in de zogenaamde premie-corporatiesec tor, hetgeen inhoudt dat de opdrachtgever, in casu de wo ningbouwvereniging St. Laurentius, zelf voor de financiering van de stichtingskosten op de kapitaalmarkt een geldlening moet sluiten. Een eventueel rentenadeel tussen de op de kapitaalmarkt aan getrokken geldlening en de "fictieve" lening uit rijkskas wordt daarbij volledig door het rijk vergoed. Zodat dit geen invloed zal hebben op de huurprijs van de woningen. Door dit laatste betekent deze omzetting geen doorkruising van het beleid, aangezien deze woningen bestemd blijven voor de huurders die daarvoor in aanmerking komen. Nu de gemeente voor het onderhavige bouwplan geen lening aan de woningbouwvereniging behoeft te verstrekken kan het daartoe op 22 mei j.l. door Uw raad beschikbaar gestelde krediet ad 19.976.031,worden ingetrokken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1048