bijl. nr. 24-5
Beide reacties van de zijde van ons college zijn beide kortelings
na toezending/uitspreken ter visie gelegd voor de commissie ruimte
lijke ordening. Dit conform de met deze commissie gemaakte af
spraak inzake het volgen van deze zaak.
Nu de leden van de gemeenteraad de Nota van de provincie hebben
ontvangen, ligt het naar onze mening in de rede aan hen ook de beide
gemeentelijke reacties toe te zenden. Bij schrijven van 13 juni 1980
hebben wij zulks gedaan.
Reacties zijn tevens t.k.n. geagendeerd voor de eerstvolgende
raadsvergadering
Naar gedeputeerde staten ons hebben medegedeeld, zullen de provin
ciale staten op 2 juli de Nota Ruimtelijke Hoofdstructuur en de in
gekomen reacties bespreken.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 28 januari 1980).
De heer Pacquaij
Mijnheer de voorzitter. Uit bijlage 1 van het personeel jaar
verslag, dat ons ter kennisneming c.q. informatie is toege
zonden, blijkt dat evenveel vrouwen de gemeentedienst hebben
verlaten als er zijn binnengekomen en dat het aantal vrouwen
niet is toegenoemen, maar het aantal mannen wel. De oorzaak
daarvan is ons niet bekend. Daarom verzoeken wij het college
bijzondere aandacht aan deze kwestie te schenken. Kan het col
lege ons nader over de oorzaken van een en ander informeren?
ANTWOORD
Het blijkt een uiterst tijdrovend werk om mogelijke oorzaken
te achterhalen van het gelijk blijven van het aantal vrouwen
bij een geringe toename (3,7%) van het totale personeelsbestand.
Een steekproef heeft geen indicaties opgeleverd voor bepaalde
oorzaken of bijzondere redenen.
Inmiddels zal U uit de jaarcijfers m.b.t. 1979 gebleken zijn,
dat er geen sprake (meer) is van een relatief geringere toe
name van het aantal vrouwen.
-2-