bijl. nr. 245 e
Wij zien niet in, dat de gemeente in deze enigerlei ver
plichting op zich heeft genomen. Bij de keuze van de loca
ties voor de tijdelijke woonwagencentra is de mogelijkheid
van aansluiting op de centrale-antenne-inrichting geen optie
geweest. Wij merken op, dat ook de locatie Driekoningenoord
buiten de grenzen van het machtigingsgebied is gelegen.
VRAAG (d.d. 25 januari 1980 'ingevolge art. 40, 2e lid R.v.O.).
Mevrouw J. Stutterheim-Edeling
Het vuilstort Bavel staat de laatste weken in meerdere bete
kenissen in een zeer slechte reuk. Alarmerende mededelingen
van omwonenden, milieugroepen en bewoners van de wijk Breda-
Oost, elkaar soms tegensprekende berichten in de pers over
dit onderwerp geven ons aanleiding U om opheldering te vra
gen
1Kunt U ons mededelen in hoeverre de gemeente Breda kan
medewerken aan het terugdringen van de klachten over
stankoverlast en overlast van ongedierte, afkomstig van
de vuilstortplaats?
2. Wat is er voorts waar van de berichten dat er op de vuil
stort en/of in de zogenaamde leemput zaken terechtgekomen
zijn die daar volgens de hinderwetvergunning niet mogen
komen, zoals: ziekenhuisafval van Bredase ziekenhuizen,
organisch vuil en slachtafval, faecaliën, rioolslib van
de rioolwaterzuivering en de inhoud van kolkzuigers.
3. Er bestaat ernstige ongerustheid over het niet alleen di
recte, maar mogelijk later optreden van giftige processen
bij ontbinding van gestort afval, waarin zich chemicaliën
bevinden van Bredase of andere industrieën.
4. In hoeverre kan Breda verhinderen dat zaken die soms van
zeer ver buiten de regio komen en elders geweigerd worden
op vuilstortplaatsen o.a. in Nijmegen, of bij verbran
dingsovens o.a. in Rotterdam, gedeponeerd worden op een
plaats gelegen vrijwel tegen de bebouwde kom van een
Bredase woonwijk.
5. Welke zekerheid is er dat het toezicht op en het voorkomen
-D-