aan de raad der gemeente Breda 0nd/58051 19-12-1979 Ingevolge het bepaalde in artikel 47 van de kleuteronderwijswet dient de raad voorlopig vast te stellen: IDe uitgaven over 1978 bedoeld in artikel 38 onder h en i van de kleuteronderwijswet, alsmede het bedrag, dat overeen komstig artikel 43 daarvoor van rijkswege beschikbaar is ge steld; II. De uitgaven over 1978 bedoeld in artikel 38 onder j t/m 1 van de kleuteronderwijswet, alsmede het bedrag, dat overeen komstig artikel 44 daarvoor van rijkswege beschikbaar is ge steld. De in het ontwerp-besluit opgenomen cijfers zijn ontleend aan de daarvoor in aanmerking komende posten, zoals die in de gemeenterekening zijn opgenomen. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U hierbij een ontwerpbesluit ter vaststelling aan te bieden. Uit de in het concept-besluit opgenomen becijferingen blijkt dat er over het jaar 1978 ten behoeve van de openbare kleu terscholen ƒ1.346,42 per lokaal en 4,62 per kleuter meer werd uitgegeven dan aan rijksvergoeding werd ontvangen. Eerst na afloop van de 5-jaarlijkse periode 1976 t/m 1980 moet een eventueel overschrijdingsbedrag per lokaal c.q. per kleuter worden vastgesteld. Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie voor het onderwijs. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Bijlage nr. 28 Voorstel van burgemeester en wet houders tot voorlopige vaststel ling van de exploitatiekosten van het openbaar kleuteronderwijs over het jaar 1978.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 106